next up previous
Next: literatuur20 Up: sprekende funkties Previous: hoofdstuk vier Claude-Nicolas Ledoux


hoofdstuk vijf
begin van de negentiende eeuw en konklusie

Tijdens en vlak na de revolutie wordt er weinig gebouwd, maar des te meer geschreven: bijna alle aspekten van het bouwen en de gehele geschiedenis worden onder de loep genomen. Napoléon laat echter weer nieuwe gebouwen maken, weliswaar met de nieuwe, republikeinse, openbare funkties, maar toch niet in de stijl van de architecture parlante (zie afbeelding 5.1[*]). Napoléon heeft liever klassieke gebouwen met romeins (dus keizerlijk) grandeur. De revolutionaire geest wordt verspreid over heel Europa: franse architekten worden overal gevraagd.


De invloed van Boullée, Lequeu en Ledoux gaat volgens twee wegen: via hun leerlingen (zie afbeelding 5.2[*]) en via boeken en publikaties; gebouwd hebben ze namelijk niet veel.

Via het geschreven medium heeft vooral Ledoux met de publikatie van zijn boek tijdens zijn leven erg veel bekendheid gekregen; hij wordt veel geciteerd en genoemd. Lequeu lijkt, als je het eklektisme van de negentiende eeuw bekijkt, wel de uitvinder ervan. Boullée echter, heeft minder sukses: zijn Essai sur l'art is pas in onze eeuw voor het eerst in de handel gekomen.

Maar één van zijn leerlingen wordt één van de belangrijkste architektuurtheoretici, Jean-Nicolas-Louis Durand (1760-1834).


Ook hij is docent; namelijk aan de Ecole des Traveaux Publics in Parijs (later de Ecole Polytechnique). Hij schrijft het Précis des leçons d'architecture données à l'Ecole Polytechnique (1802-5) en het Recueil et parallèle des édifices de tout genre (1800). Zijn kernwoorden zijn funktie, grid en ekonomie. Hij beschouwt karakter en schoonheid als gegeven, afhankelijk van tijd en kultuur, en koncentreert zich op bouwtechniek en hoe je simpele vormen kunt samenstellen tot allerlei verschillende gebouwen (zie afbeelding 5.3[*]).

Ook Jean-Baptiste Rondelet (leerling van Soufflot en docent aan de Polytechnique) is een belangrijke figuur: ook hij vindt bouwtechniek belangrijk en laat zien hoe la petite cabane rustique echt gebouwd wordt (zie afbeelding 5.4[*]).

*

De trend van verwetenschappelijking zette zich voort. In de achtiende eeuw werd de architektuur bepaald door de Académie, door Blondel, door caractère, door dat geestelijk welbehagen belangrijk werd gevonden. In de negentiende (en twintigste) eeuw kreeg de Polytechnique invloed: geometrie, ekonomie, struktuur, funktie18 en materialisme werden belangrijker.

Boullée, Lequeu en Ledoux hadden daarvoor de voorwaarden geschapen: zijbewerkstelligden een vrijheid van vorm (geen strak formalisme volgens bv. Laugier; eklektisme), een nieuwe kompositie (grid en nevenschikking), een gebruik van geometrische vormen en vonden nieuwe funkties uit, speciaal voor de republiek, voor het volk, voor de stad of zelfs voor mystiek.


Boullée was vooral theoretisch bezig, hij gebruikte voor het eerst gave, elementaire, geometrische vormen. De verschillende vormen kregen, als woorden in een taal, betekenissen en vertolkten de funktie. De bol staat bv. voor universeel, geschikt voor de cénotaphe voor Newton met zijn universele natuurwetten.

Lequeu was wat <<dromerig>> (Pérouse de Montclos noemt het <<onirisme>>19, van het grieks voor droom). Hij liet zien dat dezelfde funktie met verschillende vormen kon worden aangegeven, waarbij niet alleen de strakke vormen van bijvoorbeeld Ledoux funktioneel hoefden te zijn en waarbij ornamenten ook niet onfunktioneel hoefden te zijn.

Ledoux was praktisch, doch idealistisch. Hij liet bij zijn barrières zien dat het maken van verschillende, herkenbare vormen (ondanks dezelfde funktie) funktioneel kon zijn. Zijn sociale engagement zorgde ervoor dat hij dacht aan architektuur ook voor armeren. Hij hoopte dat in zijn ideale stad Chaux door zijn plattegrond, architektuur en funkties de mensen een sober, natuurlijk en gelukkig leven zouden leiden.


next up previous
Next: literatuur20 Up: sprekende funkties Previous: hoofdstuk vier Claude-Nicolas Ledoux
Fabien van mook
2003-03-15