Tijdens mijn studie heb ik in 1991 voor een vak een scriptie geschreven over drie zgn. «Revolutie»-architekten Boulée (1728-1799), Lequeu (1757-1825?) en Ledoux (1736-1806). Zij leefden zo rond de franse Revolutie, en hebben in de architektuurtheorie een speciale rol gespeeld in verband met algemene principes van hoe je zou moeten bouwen. Denk hierbij dan aan: «vorm volgt funktie» en de trits van Vitruvius, «commoditas, utilitas, firmitas, venustas, ...». Hun architectuur wordt «architecture parlante» genoemd, omdat zij het karakter en de funktie van een gebouw met elkaar willen vereningen. En daarnaast willen ze voor het volk bouwen en samen met het volk een nieuwe maatschappij opbouwen door het volk aan te spreken. Mijn scriptie gaat over hoe zij met funktie omgingen, en heeft daarom de titel Sprekende funkties gekregen.
Barrière de Monceau (Parc de Monceau, Paris) | Barrière d'Orléans (Place de Denfert-Rochereau, Paris) |
Barrière du Trône (Place de la Nation, Paris) | Barrière de la Vilette (Place de Stalingrad, Paris) |
Claude-Nicolas Ledoux is van de genoemde drie architekten degene die het meest gebouwd heeft. Helaas bestaat het overgrote gedeelte van zijn gebouwen niet meer. De foto's die je boven ziet, heb ik in juni 1993 van de vier nog bestaande gebouwen in Parijs van zijn hand genomen. Het zijn vier van de 50 barrières die tussen 1783 en 1787 rondom Parijs gebouwd werden om tol te kunnen heffen.
Dat heeft hem niet populair gemaakt. Nadat het koninklijk gezag was omvergeworpen, heeft Ledoux zijn eigen hoofd kunnen redden door na te denken over republikeinse architektuur. In de gevangenis heeft hij zich gerealiseerd dat hij, ondanks dat hij architecte du Roi was, vaak openbare gebouwen had gemaakt. (Misschien was het eerder dankzij de opdrachten van de belastingdienst (barrières) en andere openbare lichamen!) Hij heeft niet alleen de tolhuizen rond Parijs op zijn naam staan, maar ook een stadstheater, een hoofdkantoor voor een belastingdienst en een fabriek voor het winnen van zout uit zoutwaterbronnen (dit was toendertijd ook iets dat de belastingdienst kontroleerde).
Hij filosofeert verder over het republikeinse bouwen, maakt tekeningen van openbare badhuizen e.d., komt vrij en redt zijn nek. Hij schrijft het op in een boek: L'architecture considérée sous le rapport de l'art, des moeurs et de la législation, 1804. Met name hierdoor is hij bekend geworden. Echter de stijl van Ledoux (nauwelijks versieringen, strakke geometrische vormen) wordt niet gevolgd door anderen. In de tijd van Napoléon geeft men de voorkeur voor meer romeins-achtige architektuur.
Enkele referenties en links:
Zie voor meer links Google.
Laatste wijziging: 2006-7-17 21:37 MET.
© Fabien van Mook